In de zomer werk ik dagelijks in mijn moestuin. Het geeft mij rust en toewijding voor de verdere activiteiten in mijn leven. Ook leert het mij in mijn beroepspraktijk als beeldende kunstenaar de dingen te doen met aandacht en toewijding, gestructureerd en concreet. Verder leert het mij de waarde van de handeling te begrijpen: wat betekent het om een schilderij te maken in de huidige tijd? Waarom maak ik wat ik maak en waar zit voor mij de noodzaak? Over deze vragen denk ik dagelijks na. Soms verlamt dit mij in het maakproces. Maar dan denk ik weer terug aan mijn moestuin, waar ik direct ervaar wat het gevolg is van mijn handeling.
De inhoudelijke les die ik trek en die ook tot uiting komt in de onderwerpen van mijn schilderijen is: hoe verhoud ik mijzelf tot deze aandacht en toewijding? Ik selecteer een onderwerp, bijvoorbeeld in het werk ‘Het Schilderij de Nachtwacht’ uit 2020, de noodzakelijke taak van de opzichter van de opslag tijdens de tweede wereld oorlog 1942- 1945 in de mergel grotten van Maastricht was om het schilderij elke dag een aantal keren handmatig strak te trekken omdat anders de verf zou gaan barsten. Deze handeling betekent veel voor mij ter bevordering van de kwaliteit, het behoud van het schilderij. Op deze manier zet ik het onderwerp op een voetstuk om vervolgens in de presentatieruimte een heldere communicatie te stimuleren, het delen van de noodzakelijke context in relatie tot het kunstwerk zelf.
In de ontwikkeling van het schilderij speelt mijn intuïtie een belangrijke rol. Zowel in de keuze van de onderwerpen als in de handeling van het schilderen. In dit intuïtieve proces vertrouw ik volledig op mijn eraving als beeldmaker. Wel is het belangrijk dat ik de intuïtie niet volledig de vrije loop laat omdat ik momenten van artistieke en inhoudelijke reflectie nodig heb om duidelijkheid voor mij en de kijker te scheppen.